De kunst van het sterven
Uit het boek:
Bô Yin Râ HET BOEK VAN GENE ZIJDE
Bô Yin Râ HET BOEK VAN GENE ZIJDE
Om deze kunst te verstaan moet ge in het volle leven hebben geleerd wat de "dood" is, wat "sterven" betekent!
Het wezenlijke van deze kunst bestaat hieruit, dat men te allen tijde - temidden van toekomstplannen en drukke bezigheden, bij blakende gezondheid en in het volle bezit van zijn krachten - blijmoedig en vol vertrouwen bereid is de andere oever voorgoed te betreden, zonder de mogelijkheid van terugkeer.
Het is een gemoedsgesteldheid die hier wordt vereist.
En al lijkt zij ook niet voor iedereen gemakkelijk te bereiken, zo mag toch niemand vergeten, dat alleen deze gesteldheid voorwaarde voor het rechte sterven is.
Wie de dingen van het fysieke aardse leven zodanig vermogen vast te houden dat hij meent ze niet te kunnen missen, - wie zich geen toestand voor kan stellen, waarin elk doel van aards begeren zonder betekenis wordt, - die zal moeilijk de kunst van het rechte sterven leren.
Goed en blijmoedig op aarde te leven kan echter pas hij, die de toestand van bereidheid om te sterven dagelijks en van uur tot uur naar believen in zich vermag op te wekken, - vrij van iedere angst en van alle droefheid.
Hij weet dat niets van alles wat hij hier zou moeten achterlaten - al zijn het ook de liefste mensen, de meest hulpbehoevende wezens - ooit van hem kàn worden gescheiden, wanneer hij niet zelf de werkelijke scheiding wil en door zijn wil teweegbrengt.
Hij weet dat hij “hier” blijft, op dezelfde kosmische “plaats”, dichter nog bij de mensen van wie hij houdt, dan hij hun ooit in zijn aardse leven nabij kon zijn.
Hij weet dat hij na het sterven bepaald niet als een god veranderd en op aardse wijze “almachtig” zal zijn, maar dat hij diegenen die zijn hulp behoeven, verreweg méér in staat zal zijn te helpen, dan ooit in het fysieke leven mogelijk was.
Wie de kunst van het sterven p deze wijze beoefent, die weet voortaan dat het hem gemakkelijk zal vallen wèrkelijk en onherroepelijk te sterven, ook wanneer de dood hem geheel onverwacht mocht treffen.
Het wezenlijke van deze kunst bestaat hieruit, dat men te allen tijde - temidden van toekomstplannen en drukke bezigheden, bij blakende gezondheid en in het volle bezit van zijn krachten - blijmoedig en vol vertrouwen bereid is de andere oever voorgoed te betreden, zonder de mogelijkheid van terugkeer.
Het is een gemoedsgesteldheid die hier wordt vereist.
En al lijkt zij ook niet voor iedereen gemakkelijk te bereiken, zo mag toch niemand vergeten, dat alleen deze gesteldheid voorwaarde voor het rechte sterven is.
Wie de dingen van het fysieke aardse leven zodanig vermogen vast te houden dat hij meent ze niet te kunnen missen, - wie zich geen toestand voor kan stellen, waarin elk doel van aards begeren zonder betekenis wordt, - die zal moeilijk de kunst van het rechte sterven leren.
Goed en blijmoedig op aarde te leven kan echter pas hij, die de toestand van bereidheid om te sterven dagelijks en van uur tot uur naar believen in zich vermag op te wekken, - vrij van iedere angst en van alle droefheid.
Hij weet dat niets van alles wat hij hier zou moeten achterlaten - al zijn het ook de liefste mensen, de meest hulpbehoevende wezens - ooit van hem kàn worden gescheiden, wanneer hij niet zelf de werkelijke scheiding wil en door zijn wil teweegbrengt.
Hij weet dat hij “hier” blijft, op dezelfde kosmische “plaats”, dichter nog bij de mensen van wie hij houdt, dan hij hun ooit in zijn aardse leven nabij kon zijn.
Hij weet dat hij na het sterven bepaald niet als een god veranderd en op aardse wijze “almachtig” zal zijn, maar dat hij diegenen die zijn hulp behoeven, verreweg méér in staat zal zijn te helpen, dan ooit in het fysieke leven mogelijk was.
Wie de kunst van het sterven p deze wijze beoefent, die weet voortaan dat het hem gemakkelijk zal vallen wèrkelijk en onherroepelijk te sterven, ook wanneer de dood hem geheel onverwacht mocht treffen.